TCP/IP

TCP/IP is een verzamelnaam voor de reeks netwerkprotocollen die voor een grote meerderheid van de netwerkcommunicatie tussen computers instaan. Het internet is het grootste en bekendste TCP/IP-netwerk. De naam TCP/IP is een samentrekking van de twee bekendste protocollen die deel uit maken van de TCP/IP (Transmission Control Protocolen het internetprotocol).

Het internet is een open netwerk. Op dit netwerk maakt men gebruik van het TCP/IP-protocol om gegevens uit te wisselen. TCP/IP is een pakket geschakeld protocol waarbij de gegevens in kleine pakketjes onafhankelijk van elkaar worden verzonden. De communicatiesoftware plaatst de pakketten weer in de juiste volgorde, detecteert eventuele fouten in de ontvangst om indien nodig bepaalde pakketten opnieuw te vragen totdat alle pakketten ontvangen zijn.

 

 

1 Geschiedenis TCP/IP

 

Het Internet is een van de positieve overblijfselen van de Koude Oorlog. Op het hoogtepunt van de Koude Oorlog, eind jaren 60, vroegen de Amerikanen zicht af hoe zij met elkaar en met bondgenoten moesten communiceren tijdens een nucleaire aanval.

Het antwoord werd gevonden in een netwerk van computers, waarop niemand de baas is. Het was de voorloper van het internet, zoals we dat nu kennen.

Het grote voordeel van dit systeem was dat de computers met elkaar in contact konden blijven, ook als een van de computers uitviel. Het Pentagon zag daar wel iets in en richtte in december 1969 de projectgroep ARPA (Advanced Research Project Agency). Binnen de 3 jaar had men het voor elkaar gekregen 37 computers met elkaar te verbinden over een grote afstand. Alle computer waren voorzien van een uniek netwerkadres met een lengte van 8 bits. Het maximale aantal computers dat kon worden aangesloten was 256.

De computers binnen dit ene netwerk communiceerde met elkaar door middel van het NPC (Network Control Program), de voorloper van TCP/IP. De reden waarom dit protocol het niet gehaald heeft komt doordat het alleen werkt met een vast adressentabel van maximaal 265 computers.

Het netwerk werd steeds meer gebruikt door onderzoekers en wetenschappers om berichten uit te wisselen, het gevolg hiervan was, dat steeds meer universiteiten op het netwerk werden aangesloten waardoor er in 1981 al 213 computers met elkaar verbonden waren.

Omdat het maximum van het netwerk bijna bereikt was en de beheers problemen te groot werden, moest men een andere oplossing zoeken. Het NPC protocol werd aangepast in 1983 en kreeg de nieuwe naam TCP/IP.

Het TCP/IP –protocol is het meest gebruikte protocol. Sinds Windows 2000 is TCP/IP het standaard protocol geworden voor datacommunicatie.

2 Groepsprotocollen van TCP

Een groepsprotocol is een bonte verzameling gedragsregels, die al het verkeer, afhankelijk van hun doeleinden, op het internet bepalen. Ongemerkt maak je gebruikt van de protocollen als je surft op het internet, email binnenhaalt of bestanden download. De voornaamste groepsprotocollen van TCP-IP zijn:

  • Arp
  • TCP
  • UDP
  • HTTP
  • HTTPS
  • SMTP
  • POP3
  • FTP
  • SSH
  • DHCP
  • DNS

 

2.1 Arp

Het adres resolution protocol heeft als taak het pakketje, dat is afgeleverd op het unieke IP-adres verder te begeleiden naar de juiste host binnen het netwerk. Om dat te kunnen zendt ARP een oproep naar alle hosts binnen het netwerk. Dit gebeurd op basis van IP-adressen en MAC-adressen.

 

2.2 TCP

Het Transmission Control Protocol is zeer belangrijk. Het zorgt er namelijk voor dat uw data op een veilige manier en compleet aankomt op de eindbestemming. Komt er een pakketje niet aan met het IP-protocol, dan zorgt TCP ervoor dat dit pakketje opnieuw wordt verstuurd (TCP werkt boven het IP). Het TCP-protocol maakt gebruik van een vaste verbinding tussen client en server. Als de verbinding tot stand is gekomen wisselen de client en server gegevens met elkaar uit. Zo weten ze precies van elkaar hoeveel data er moet worden verstuurd en zijn ze in staat om zich zo op elkaar af te stemmen zodat elk pakketje is aangekomen.

 

2.3 UDP

Applicaties kunnen ook gebruik maken van het User Datagram Protocol. Dit protocol is veel minder veilig dan het veel grotere TCP-protocol. UDP geeft u namelijk niet de garantie dat uw pakketjes compleet aankomen en het legt geen verbinding met de eindbestemming. Daardoor is UDP dikwijls een onbetrouwbaar  protocol, sommige applicaties hebben nu eenmaal UDP nodig omdat TCP voor vertraging zorgt door zijn controles.

UDP zendt een signaal uit naar alle computers binnen een netwerk, en iedere computer met dezelfde server kan dit signaal ontvangen. Applicatie die gebruik maken van UDP zijn ondermeer:

  • Online games
  • DNS
  • DHCP
  • Streaming

 

2.4 HTTP

Het Hyper Text Transfer Protocol is verantwoordelijk voor de communicatie op het World Wide Web. HTTP verstuurt HTML-pagina’s met tekst, beeld en geluid naar uw browser. Het protocol is alleen actief als een verbinding wordt gelegd met een server of wanneer een server reageert op een verzoek van een client.

De standaard poort voor http is 80.

 

2.5 HTTPS

HTTPS of hyper tekst transfer protocol secure wordt gebruikt om date die via internet worden verstuurd, te beveiligen. Https maakt gebruikt van authenticatie en encryptie

Om dat te versturen maakt HTTPs gebuikt van dezelfde methode als http alleen gebeurd dit onder een beveiligde verbinding op poort 443.

 

2.6 SMTP

Voor het versturen van een e-mail naar een andere computer is het Simple Mail Transfer Protocol verantwoordelijk. Dit protocol gaat er vanuit dat de postbus van de ontvanger altijd bereikbaar is. Uiteraard is dit niet altijd het geval, daarom werd er een aanvullend protocol ontwikkeld POP3. Dit gebeurd onder poortnummer 25.

 

2.7 POP3

Het post office protocol is een protocol om email op te halen van een email server, met POP3 kan u geen email verzenden, vandaar dat u van uw ISP (internet service provider) zowel de naam van het SMTP en POP3 krijgt.

 

2.8 FTP

Het file transfer protocol is een protocol dat gebruikt wordt om bestanden te kunnen downloaden en uploaden. Dit kan zijn bv. naar een webserver. FTP maakt gebruik van poorten 20 en 21.

2.9 SSH

Secure shell is een protocol waarbij informatie versleuteld wordt verzonden. Wordt veel gebruikt onder Linux-gebruikers die bv. Een verbinding willen opzetten vanuit een Windows client naar een Linux-server, Dit kan door gebruikt te maken van Putty. SSH maakt gebruik van poort 22. Linux ondersteund standaard SSH, zo doet ook Apple dit omdat deze gebaseerd is op Linux, echter blijft Windows hierop achter waardoor er alternatieven zijn zoals Putty.

 

2.10 DHCP

DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol),niet iedereen in de wereld kan een vast IP-adres krijgen, simpelweg omdat er niet genoeg zijn. Dit is ook de reden waarom providers vaak extra geld vragen als een klant een vast IP-adres wil hebben. Om nu zo efficiënt mogelijk met IP-adressen te kunnen omgaan maakt een provider gebruik van een DHCP-server. Als gebruiker moet u op deze server inloggen en dan krijgt u een ‘dynamisch’ IP-adres toegewezen. Sluit u de verbinding af, dan wordt het IP-adres aan een andere gebruiker toegekend.

In netwerken kan het nuttig zijn statische IP-adressen uit te delen aan netwerkprinters,servers.

2.11 DNS

Het domain name system protocol is verantwoordelijk voor het koppelen van de domainnaam aan numerieke IP-adressen en omgekeerd. Anders zouden we IPV www.mythraweb.be een IP-adres moeten onthouden wat niet handig is.

 

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *